Huidige crisis, een wetmatigheid? (Deel 3)

Vorige week beschreef ik de drie ingrijpende transities om de huidige crisis beter te kunnen begrijpen. In dit deel zal ik ingaan op de gevolgen van de drie industriële revoluties om de huidige crisis beter te kunnen begrijpen.

De eerste (en de tweede revolutie) veranderde een agrarische samenleving in een industriële samenleving, waarin de mechanisatie de mens (uiteindelijk) ontlastte van lichamelijke arbeid. De ambachtelijke nijverheid kon niet concurreren met de fabrieken die producten van dezelfde, of zelfs betere kwaliteit op de markt brachten tegen een lagere prijs.

Het gevolg was dat veel ambachtelijke bedrijven failliet gingen en de voormalig werknemers in de industrie aan het werk gingen. De gevolgen van de industrialisatie waren te zien in het proces van de snelle urbanisatie van voorheen relatief kleine dorpen en stadjes waar de nieuwe fabrieken kwamen. Deze veranderden in een vuile en ongezonde industriesteden. Toch stroomden de mensen van het platteland er noodgedwongen massaal heen voor werk.

Er ontstond daardoor een nieuwe sociale klasse: de arbeiders, oftewel het industriële proletariaat. Ze woonden in overbevolkte krottenwijken in slechte behuizing met nauwelijks sanitair. De gemiddelde levensverwachting was er laag en de kindersterfte hoog. De elite accepteerde het vuil van de fabrieken als de onontkoombare prijs voor hun succes. De schoorstenen waren symbolen van economische macht, maar ook van maatschappelijke ongelijkheid.

Deze maatschappelijke ongelijkheid zie je na elke revolutie terug. De kloof tussen de onderkant en de bovenkant van de samenleving wordt erg groot. Uiteindelijk volgen er altijd tegenreacties om deze kloof weer kleiner te maken. Er kan worden gesteld dat de Industriële revoluties de voorwaarden hebben geschapen voor een maatschappij zonder of met weinig armoede.

De derde revolutie veranderde een industriële samenleving in een dienstensamenleving. Waar de mechanisatie de mens ontlastte van lichamelijke arbeid, ontlastte de computer hem van geestelijke arbeid. Deze revolutie veroorzaakte het meer en meer overbodig worden van lagere functies in de industrie en het ontstaan van totaal nieuwe functies in de dienstensector.

Industriële revoluties en beursindexen

Halverwege de tweede industriële revolutie, in 1896, werd de Dow Jones Industrial Average voor het eerst gepubliceerd. De Dow Jones Industrial Average (DJIA) index is de oudste aandelenindex van de Verenigde Staten. Dit was een rechtstreeks gemiddelde van de koersen van twaalf aandelen.

Een select clubje journalisten van The Wall Street Journal beslist welke bedrijven deel uitmaken van invloedrijkste beursindex ter wereld. In tegenstelling tot de meeste andere indices is de Dow een prijsgewogen index. Dat betekent dat aandelen met een hoge absolute beurskoers een grote stempel drukken op de beweging van de index.

De S&P index is een marktwaarde gewogen index. De 500 grootste Amerikaanse bedrijven gemeten naar hun marktkapitalisatie zijn opgenomen in deze index, die samengesteld wordt door de kredietbeoordelaar Standard & Poor’s.

De BEL 20 is de belangrijkste Belgische beursindex. Deze bestaat uit maximaal 20 aandelen die gekozen worden door de marktautoriteiten van Euronext, op basis van een aantal criteria. Eerst en vooral dienen ze een voldoende hoge marktkapitalisatie te bezitten.

Daarna worden de aandelen gerangschikt volgens hun vrije marktkapitalisatie. Vervolgens worden naast de marktkapitalisatie ook nog andere criteria zoals de liquiditeit en de verhandelbaarheid in aanmerking genomen, om de vier overige plaatsen in te vullen. Uit een gewogen gemiddelde van de koersen van deze aandelen wordt de stand van de BEL 20 berekend.

Wat zegt een beursindex zoals DJIA, S&P 50 en BEL 20 eigenlijk?

In veel grafieken is de y-as een vaste eenheid, zoals kg, meter, liter of euro.

Bij deze indexgrafieken lijkt dit ook zo, want op de y-as wordt de eenheid in punten gebruikt. Niets is echter minder waar! Een indexpunt is namelijk geen vaste eenheid in de tijd en je mag er dan ook historisch gezien geen enkele betekenis aan hechten.

Een index wordt berekend aan de hand van een mandje aandelen. Bij elke index gebeurt dat volgens een bepaalde formule en de uitkomst van de formule levert een aantal punten op. Een grote fout die veel mensen maken is, dat er waarde gehecht wordt aan deze grafieken. Deze grafieken zijn echter erg bedrieglijk.

Een index wordt berekend aan de hand van een mandje aandelen. Bij elke index gebeurt dat volgens een bepaalde formule en als uitkomst krijg je dan een aantal punten. Dat mandje van aandelen wordt bij elke index echter regelmatig veranderd. Voor de nieuwe periode wordt dus de waarde van een ander mandje aandelen gemeten. Het is natuurlijk vreemd dat je de verschillende mandjes als zelfde eenheid projecteert.

Na een periode van 25 jaar wordt de waarde van een mandje appels vergeleken met de waarde van een mandje peren. Er zitten momenteel nog maar 6 van de 30 oorspronkelijke bedrijven in de Dow Jones in vergelijking met het tijdstip (1979) dat de versnellingsfase van de laatste revolutie begon.

In het volgende deel zal ik ingaan op het feit dat bij elke overgang van mandjes ook nog eens de formule waarmee de index wordt berekend, verandert.

Wim Grommen

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.